-
1 barricader
barricader [baariekaadee]♦voorbeelden:1. v1) versperren2) goed (af)sluiten, dichttimmeren2. se barricaderv -
2 cantonner
cantonner [kãtonnee]II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 〈figuurlijk; + dans〉 zich beperken (tot) ⇒ zich bepalen (tot), zich verschansen (in) 〈 figuurlijk〉♦voorbeelden:1. v2) inkwartieren2. v -
3 abstraire
abstraire [aapstrer]1 zich losmaken (van) ⇒ zich afzonderen, zich in gedachten terugtrekken♦voorbeelden:1 il ne pouvait s'abstraire de l'idée affreuse • hij kon de vreselijke gedachte niet van zich afzetten -
4 isoler
isoler [iezollee]1 zich isoleren ⇒ zich afzonderen, zich afzijdig houdenv1) isoleren2) afsnijden [plaats] -
5 cloîtrer
cloîtrer [klwaatree]♦voorbeelden:1 zich afzonderen ⇒ zich geheel terugtrekken, zich afsluiten (van de buitenwereld) -
6 confiner
-
7 terrer
terrer [terree] -
8 bande
bande [bãd]〈v.〉2 baan ⇒ strook, band4 bende ⇒ troep, groep♦voorbeelden:bande de mitrailleuse • patroonbandbande de toile • verband, windselbande Velpeau • zwachtel, rekverbandbande élastique • rekverbandbande magnétique • magneetband, bandje, tapebande sonore • geluidsband, soundtrackbandes d'une chaussée • rijstrokenchaussée à trois bandes • driebaanswegbande dessinée • strip〈 pejoratief〉 bande d'idiots! • stelletje stommelingen!bande de loups • roedel wolvenêtre de la bande • erbij horenaller en bande • met z'n allen gaanfaire bande à part • zich afzonderen〈 figuurlijk〉 prendre qn., faire qc. par la bande • iemand, iets indirect benaderenf1) reep, band2) baan, strook3) bende, troep, groep -
9 faire bande à part
-
10 claustrer
claustrer [kloostree]1 opsluiten ⇒ isoleren, afzonderen
Перевод: с французского на все языки
со всех языков на французский- Со всех языков на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский